Over Berkenrode


De vroegste jaren...

Een paar grote stappen door de oude archieven leren dat Berkenrode in de 13de eeuw een heerlijkheid en gemeente was in de buurt van Haarlem. Op 5 december 1284, 'In Sente Niclaisavont', beleende graaf Floris V de grond en de akkers aan zijn knaap Jan van Haerlem. In 1466 kwamen de 'heerlijke rechten' van Berkenrode in handen van de toenmalige (vermogende) bezitter van het kasteel van Berkenrode, Gerrit van Berckenrode. Deze mocht zich vanaf dat moment Heer van Berkenrode' noemen.

Sinds mr. van Wickevoort Crommelin (1763-1837) zijn vijf generaties van dit geslacht van patriciërs - ook bekend als paardenliefhebbers - aan Berkenrode verbonden geweest. De gemeente werd in 1852 opgeheven. De gemeenteraad maakte daartegen bezwaar. Fusiepartner Heemstede had grote schulden die pas in 1856 afgelost zouden zijn. Pas in 1857 ging Berkenrode op in Heemstede.

Olga Ernestine van Eeghen

Hendrik van Wickevoort Crommelin (1889-1939) trouwde met Olga Ernestine van Eeghen (1889-1954), welk huwelijk kinderloos bleef. Overeenkomstig de traditie is hem door zijn vader de Heerlijkheid Berkenrode gelegateerd voor de gebruikelijke f60.000,-.

Archief Heerlijkheid Berkenrode

Aanvankelijk trad Hendrik in diplomatieke dienst in Zuid-Afrika en als consul van Nederland in Cairo. Hendrik ordende het archief van de Heerlijkheid Berkenrode, dat zowel uit stukken over de Heerli

jkheid als familiepapieren bestond. Ongeveer 350 nummers, variërend van bewaarde paspoorten, de eerste leesboekjes, schoolrapporten, testamenten, tot een catalogus van de huisbibliotheek op Berkenrode.

Moerascypressen

Hendrik van Wickevoort Crommelin heeft in tegenstelling tot zijn voorvaders geen opvallende liefde voor paarden aan de dag gelegd en in 1922 is de Cruquiusboerderij met de eveneens nabij de Ringdijk gelegen Paulina-Agneta-Hoeve, alles tezamen 66 hectare, voor f 159.259,- in andere handen overgegaan. In hetzelfde jaar maakte de bekende landschapsarchitect Leonard Springer een ontwerp voor tuinaanleg in de weilanden naast koetshuis en stal, dat eerder tot woonhuis was ingericht, maar dit werd niet uitgevoerd. Moerascypressen in deze omgeving waren meer dan anderhalve eeuw oud en zijn in het laatste decennium van de vorige eeuw gerooid nadat een daarvan omgewaaid was tijdens een storm.
Ze waren zo groot geworden dat zij gevaar voor het huis opleverden. 

Verbouwde stal...

Op Berkenrode is een garage gebouwd voor auto's in plaats van koetsen in een periode dat deze nog nauwelijks voorkwamen. Hendrik en zijn vrouw zijn de laatsten van de 'Crommelins' die op Berkenrode wonen. Dat doen ze in de verbouwde stal, een groot wit geschilderd huis met een rood dak ongeveer in het midden van het landgoed (het huis dat nu als hoofdhuis dient). Op 29 mei 1939 overleed Hendrik van Wickevoort Crommelin in huize 't Stort' in Maarn. Anno 2002 liggen nog negen telgen uit zijn geslacht begraven op de Algemene Begraafplaats in Heemstede. Andere familieleden, mr. Jan Pieter van Wickevoort Crommelin (ov. 1763) en enkele zonen waaronder mr. Aernoud Hendrik (ov. 1797), zijn ter aarde besteld in een grafkelder op de Haarlemse begraafplaats aan de Kleverlaan. Begin oktober 1939 bood de weduwe, Olga Ernestine van Eeghen, een stuk grond 'belangeloos' aan voor de aanleg van een schuilkelder in opdracht van de gemeente Heemstede.

 

Ernst Henri van Eeghen

Tijdens het eerste oorlogsjaar is de weduwe Olga Ernestine hertrouwd met (weduwnaar) jonkheer Quirijn Johan van Swinderen en ging op diens landgoed in Loosdrecht wonen. Na haar dood is in 1954 Berkenrode geërfd door haar neef Ernst Henri van Eeghen (geboren in Amsterdam op 13 april 1920), afstammeling van Appie en Ampie in de zesde generatie. In 1942 huwde hij met jonkvrouw Erica Ernestine van Panhuys. Ernst Van Eeghen was 12 jaar lang honorair consul van Nederland in Dar-Es-Salaam Tanganjika(het huidige Tanzania) en vervolgens honorair consul-generaal van zowel Tanzania als later Finland in Nederland. De enige dochter uit dit echtpaar van vijf kinderen, Louisa Erica, ziet een jaar later op Berkenrode het levenslicht. Later werden hier nog twee zonen geboren. 

'Berkenrode-overleg'

Ernst Henri van Eeghen, uit een 17de eeuws (doopsgezind) koopmansgeslacht, werd na de dood van zijn broer Willem mede-firmant van Van Eeghen & Co. en vanaf 1962 directeur van de Belegging en Handel Maatschappij Van Eeghen in Amsterdam. In de jaren '70 en '80 van de vorige eeuw is op zijn initiatief het 'Berkenrode-overleg' geboren, waarbij tijdens de zogeheten Koude Oorlog op het gebied van oorlog en vrede, informeel overleg plaatsvond tussen Nederlandse zakenlieden (maar ook bijv. oud-minister van Defensie Henk Vredeling en polemoloog Hylke Tromp) en Amerikaanse en Russische deskundigen, waaronder maarschalk Ivanov en generaal Radomir Bogdanov. Van Eeghen's motto was 'Een christen moet aan de vrede werken'. Gesproken werd o.m. over de toen actuele kruisrakettenkwestie alsmede over militaire en economische betrekkingen tussen Oost en West. De Afrikaanse president Nyerere van Tanzania logeerde op zijn landgoed Berkenrode. 

Godfried Bomans

Het grote huis (aan de Herenweg) is in 1932 verhuurd aan de familie Bomans. De later zo beroemde schrijver Godfried Bomans vond er zijn eerste inspiratie. Het huis is in 1956 aan zijn oorspronkelijke besteminning onttrokken door in gebruikneming als kantoor en atelier voor de vervaardiging van handgemaakte luxe handschoenen e.d. Inmiddels is dit pand verkocht. 

Berkenrode-archief

In 1956 schonk de heer E.H. van Eeghen het Berkenrode-archief in de blauwwit gekleurde mappen met dito strikken van de Van Wickevoort Crommelins aan de gemeente Heemstede.
Omstreeks dezelfde tijd had in de drooggelegde vijver een archeologisch onderzoek plaats door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) in Amersfoort onder leiding van conservator H. Halbertsma. 

Inrijhek

Het monumentale inrijhek met twee door vazen bekroonde pijlers wordt nog iedere avond gesloten.
Een gemetselde boogbrug is vroeg 18de eeuws en ligt over het voormalige grand canal. De oorspronkelijke rechte toegangslaan is bij de aanleg van de landschappelijke tuin verlegd tot de huidige gekromde laan, die weer op de oorspronkelijke brug aansluit. Het metselwerk is in de vorige eeuw vernieuwd. Aan beide zijden zijn korte pijlers gemetseld. Op het westelijke pad Lodewijk-XIV dekplaten, waarop siervazen uit de tweede helft van de negentiende eeuw staan. Deze hebben op de rand een versiering van satermaskers en appels. Het oostelijke paar heeft een versiering in Lodewijk-XIV trant
met een pijnappel als bekroning. Het gietijzeren balusterhek dat de pijlers verbindt is uit de 18de eeuw.

Tuindershuis

Op het tuindershuis staat nog de originele tuinbel. Deze werd nog eerste helft van de vorige eeuw gebruikt als het om 12.00 uur lunchtijd was of men de tuinman ergens op het landgoed aanwezig wilde oproepen.
18de eeuwse, noordelijke en westelijke, tuinmuren scheiden de moestuin, die nagenoeg helemaal door waterlopen wordt omgeven. De paardenstallen in de wei naast de oprijlaan zijn verhuurd. 

Theekoepel

In de voormalige theekoepel (met aanbouw aan de achterzijde) aan de Herenweg 129 woont de beheerder, tevens waarnemend-rentmeester van het historische landgoed, de heer J.G. Buiter en zijn familie.
Tijdens de oorlog wilden de Duitsers van de Leidsevaart een tankgracht maken. Deze moest daarvoor uitgediept worden. Door het opgespoten zand ontstond een grote en hoge zandvlakte, waar later toch weer bomen opschoten. Er is ook duidelijk een andere vegetatie te zien. In die tijd zijn ook bomen gekapt voor brandhout. Vroeger lag er een brandplaats aan de Leidsevaart, die nog te zien is. Hier werd al het hak- en afvalhout verzameld en rond Pasen werd er in het bijzijn van de familie een groot Paasvuur ontstoken. 

Het huis met een rood dak...

Het huis met een rood dak, 'Berkenrode' genaamd, waarbij nog aan de grote garage deur is te zien dat het ooit een paardenstal was, wordt omgeven door een fraaie tuin. Daarin staat een wit marmeren beeld van 'Leda en de Zwaan', een mythologische figuur uit de Griekse Oudheid, en vermoedelijk laat 18de eeuws. Aan beide zijden bevindt zich een marmeren (jacht)kindergroep, gedateerd 1728 en 1729, gesigneerd Michel Sheen.

Opgravingen

In 1956-1957 hadden opgravingen plaats op de plaats van het vroegere huis in de vijver onder leiding van

 de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Hierbij zijn oude wapens, zoals pistolen en schilden, teruggevonden.
Omstreeks 1994 zijn de vier marmeren bustes op het vroegere badhuis door onbekenden van hun consoles gehaald en meegenomen. Wanneer men in het voorjaar door het park wandelt is het een weelde naar alle bloeiende stinseplanten te kijken. In sommige bomen ontwikkelen zich wijngaardslakken. Slingerpaden, de vijver, eeuwenoude eikenbomen en nog enkele restanten van natuuraanleg herinneren aan de eens zo luisterrijke tuinaanleg.


(Bron: Berkenrode, Heerlijkheid Landgoed en Huis, Hans Krol & Ted van Turnhout, 2002)

Foto's

 

 

© Heerlijkheid Berkenrode